vrijdag 30 juli 2010

Lieve mensen,
In de bijlagen van de komende 4 mailtjes een fotoreportage van mijn 5 weken in een dorpje op Simberi Eiland, 1 van de 3 Tabareilanden ten noordoosten van Papua Nieuw Guinea. Zie hiervoor mijn fotopagina, Simberi
In deze weken heb ik samen met 5 andere onderwijzers (4 uit Papua, 1 uit Amerika) de SALT course gegeven.
SALT staat voor: Scripture Application and Leadership Training.
De cursus bestaat uit 19 lessen. Het eerste onderdeel is: Wie is God, het 2e onderdeel is: Wie zijn wij als mensen, onze zonden, en de technieken van Satan. Het derde deel is de vergeving en de heiliging door Jezus voor ons.
In deze cursus worden veel teksten uit de Bijbel gelezen. Dat is het 2e doel van deze cursus, om de mensen eigen te maken met het lezen van bijbelgedeelten uit de Bijbel die door zendelingen is vertaald in de plaatselijke taal.
Het was prachtig om de mensen het Woord van God te zien ontdekken!
In de derde week hebben 14 van de 50 studenten een extra cursus week gevolgd: de instructorscourse. Hierin leerden ze hoe ze de lessen kunnen gaan onderwijzen aan de dorpen om hun dorp heen. Op deze manier wordt het project verder uitgebreid en rondgespreid.
Ik heb ontzettend genoten van mijn tijd met deze mensen, in de eenvoud van het dorpsleven, een open plek in het oerwoud.
Op stap met Wambo om vogels te jagen, vissen in een kano, een uitgeholde boomstam, en als feest een geslacht varken, omdat alle mensen geslaagd waren voor de cursus.
Douchen vanuit een emmer, met grondwater, dat we op konden hengelen uit de waterput. Geen electriciteit, dus een schitterende sterrenhemel, in het pikkedonker. 's Avonds bij het vuur napraten Luisteren naar de verhalen van de mensen, welke wonderlijke dingen er allemaal op een eiland van 30 km omtrek kunnen gebeuren: het verhaal van een gezin uit het dorp dat verloren op zee heeft rondgedobberd voor 13 dagen, en elke dag vinden ze een kokosnoot drijvend bij hun boot midden van de oceaan. Tijdens het knippen van mijn nagels werd ik gadegeslagen door een vrouw, en toen ik klaar was ruimde ze alle geknipte nagels weg van het zand en gooide ze in zee: mensen die mij kwaad kunnen doen, kunnen mijn nagels of haren, en in het ergste geval mijn botten mee nemen naar huis, en daar een vloek uitspreken in mijn nagels of haren, en dan zal ik ziek worden en sterven. En daar had iedereen verhalen van. Mensen die naar de toverdokter gaan, en dan andere mensen laten vervloeken, een bot meekriijgen van de toverdokter, en die onder het huis begraven, of in de tuin van de vijand, en op die manier kun je je vijand ziek maken en verslaan. Onvoorstelbaar hoe de geestelijke wereld hier werkt, en in welke angst de meeste mensen diep van binnen nog leven. Ook al horen ze al 20 jaar het evangelie, hun hele wereldbeeld bestaat uit het beinvloeden van de geestelijke wereld. Alleen de Heilige Geest kan dat verbreken. 
Een ander grappig feit dat aantoont dat de mensen geloven dat alles bestuurd wordt door geesten, is de benaming van de wind. Op het eiland is er een bepaalde wind, die lange tijd kan aanhouden. Deze wind heet Wonpo, of zoiets, en vertaald is dat: vaderloos kind. Zoals een vaderloos kind niet luistert naar opdrachten, zo luistert deze wind niet naar hun bezweringen om minder hard te waaien of om een andere kant op te waaien. Mensen leven hier erg dicht bij de natuur: bijvoorbeeld hun leeftijd die ze ontlenen aan een  andere wind die ze jaarlijks hebben, meestal in december en januari, en deze wind heet de Abri. Hieraan verlenen de mensen hun leeftijd: in hun taal ben ik 31 Abri. Geen idee of ik het allemaal een beetje duidelijk kan maken, de wereld is hier zo totaal anders. Ik heb de neiging om alles te willen onthouden, om het door te vertellen, maar het is gewoon te veel.
Nog een verhaal is nog erg leuk om te vertellen: op een middag waren we rond 5 uur klaar met de cursus, en ik wilde graag de omgeving wat verder verkennen, echt eens zo'n smal paadje volgen dat de dichte bush in leidt. Oke, de Amerikaan was geinteresseerd, dus die met mij mee. Toen we terug kwamen was het hele dorp in rep en roer, mensen staarden naar ons, en fluisterden verhit in elkaars oor. We hadden geen idee wat er aan de hand was, maar er hing een enorme spanning in het dorp.
Wij naar het zendelingsechtpaar. Die hadden inderdaad al vernomen wat er aan de hand was: het feit dat we de bush in gegaan waren was of om de liefde te bedrijven, wat niet echt bevordelijk zou zijn voor de geloofwaardigheid van onze lessen, of om witchcraft te bedrijven: vervloekingen uit te spreken over mensen. Want dat is het enige waarvoor je de bush in zou gaan. O my goodness, hoe gaan we dit rechtzetten?! Ga je in volle onschuld de natuur in, kom je terug en heb je deze verdenkingen boven je hoofd hangen!!! Gelukkig heeft het zendelingsechtpaar het recht kunnen zetten. Hoefff, hoe makkelijk kun je elkaar misverstaan, als je elkaars cultuur niet kent. Dat dacht ik ook toen ik een fout maakte in het contact met een jongen van de stam. Mannen en vrouwen zitten gescheiden in de kerk. Er lag nog 1 gezangenboek aan de mannelijke kant, en ik wilde graag meezingen. Ik reikte in de volle kerk iets te dichtbij langs hem heen naar het gezangenboek, waarop hij de bank uitschoot en de kerk uitrende. Begrijp nog niet helemaal precies wat hun interpretatie is, maar het was in ieder geval goed fout. Oke, weer wat geleerd, gewoon niet meezingen de volgende keer :).
En zo zijn er nog honderd andere details, waarop je even verwonderd achter je oren krabt en de cultuur alleen maar kunt observeren, absoluut niet interpreteren, laat staan analyseren en anticiperen. Zo, das een leuke zin geworden. Vertaal dat maar eens in het Tok Pidgin!
Lukim yu narapla taim!!
God bai blessim yu, na givim yu bikpela amamas dispela week!
Marjan