zaterdag 24 april 2010

Tobi - een zaterdagmiddag


Contact leggen met Tobi….. relaties in Papua.
Ik wacht op mijn leerling Seron voor lees- en schrijflessen. Ja, de bel gaat, daar is ze.
Ze staat voor de deur……., met een klein kindje van 2 jaar oud. Even ben ik verward, maar dan besef ik dat ik op dit moment oog in oog sta met een gewoonte hier in Papua, een verschil
in cultuur. Als je geen oppas hebt, breng je je kind gewoon mee naar je werk, of naar school.
Ik herinner me verhalen van zendelingvrouwen hier, die er erg aan moesten wennen dat ze af en toe een klein kind over de vloer hadden kruipen, op het moment dat de schoonmaakster in
het huis aan het werk was.
Ik ben verrast en zie de humor er wel van in. Ergens uit een la diep ik een paar potloden op, en ik heb gelukkig nog ergens een blanco vel papier liggen, dus maar eens kijken of het
manneke er wat mee kan. Als we aan tafel zitten, en Seron en ik ons verdiepen in de ‘t’en de ‘u’, voel ik continu een paar donkerbruine ogen op me gericht.
Tobi, want dat is zijn naam, observeert me met grote aandacht. Op het moment dat ik mijn ogen opsla om even naar hem te lachen, slaat hij zijn bruine kijkers neer, om dan heel verlegen weer van onder zijn wenkbrauwen naar mij te kijken of ik nog steeds naar hem kijk.
Het vel papier en de potloodjes liggen onaangeroerd op tafel.
We gaan weer verder met de m. Opnieuw 2 grote ogen op me gericht. En opnieuw slaat hij ze neer, als ik opkijk en hem even een aai over zijn kroeshaarbolletje geef. Dit gaat een half uurtje op
deze manier door. Ik verbaas me nu al over het
stilzitten van het kereltje, maar ik ben erg vroeg met
mijn verbazing, merk ik later.
Na een half uur zwoegen op woorden als “paitin” en
“lukim”, is het tijd voor een kopje thee en koekjes. Ik
zet het op tafel en voor Tobi schenk ik een bekertje
water in. De koekjes liggen op een schoteltje.
Iedereen kan pakken zoveel en wanneer hij wil.
We pakken de draad weer op. Seron drinkt haar thee
en heeft na een half uurtje al wat koekjes op, maar
opnieuw heeft Tobi alleen maar naar mij zitten
kijken. Een heel uur om, zonder een vin te verroeren.
Ongelooflijk. De collectie onaangeraakte spullen op
tafel groeit: Het bekertje water, de potloodjes en het
vel papier.
Heel voorzichtig pak ik een koekje van het schoteltje en schuif dat naar hem toe. Tot vlak bij
zijn handje. Het handje verdwijnt onder de tafel. Aandacht doseren, Marjan. Nu liggen er een
koekje, een bekertje water, potloden en papier onaangeraakt voor zijn bruine neusje.
Gewoon maar verder gaan, misschien ontdooit het nog, voor Seron klaar is.
Van onder mijn wenkbrauwen hou ik hem in de gaten, en geniet van het kleine verlegen
manneke, dat misschien wel voor de eerste keer bij blanke mensen in huis is.
Ik merk dat hij zijn aandacht heeft verdeeld nu. Af en toe wordt er nu ook naar het koekje
gekeken, en dan weer naar mij.
Dan kijkt ook Seron op van haar werk, en ze ziet haar neefje verlegen aan tafel zitten, en naar
zijn koekje kijken, en naar mij. Ze schiet hardop in
de lach. Ze krijgt bijna de slappe lach van zijn
gedrag. En omdat zijn grote ‘zus’ zo moet lachen,
breekt er bij hem ook een klein lachje door. Seron
moedigt hem aan om het koekje te eten, maar gelijk
kijkt hij weer naar mij, en slaat hij zijn oogjes weer
neer. Ik denk even terug aan mijn kleine neefje van
2, en vraag me af wat hij zou doen als hij op bezoek
zou zijn bij zwarte mensen.
Opnieuw duiken we in ons boek, en gaan verder met
het schrijven. Dan zie ik vanuit mijn ooghoeken dat er heel voorzichtig een handje boven de
tafel komt. Langzaam kruipt het handje richting koekje. Ja, warempel, hij heeft het te pakken.
Hij legt zijn hoofdje met zijn kin op tafel, zodat zijn mondje alvast dicht bij het koekje is, en
hij niet te veel hoeft te bewegen. Zijn ogen zijn continu op mij gericht.
Heel behoedzaam stopt hij het koekje in zijn mond, om er een klein stukje af te bijten. Gelijk
daarna verstopt hij zijn hoofdje in zijn armpjes, die op de tafel liggen.
Ik kan hem wel opvreten, wat een schatje!!
Als hij weer opkijkt, kijk ik nog steeds naar hem, en ik lach naar hem. He, dat is mooi, hij
blijft me nu voor het eerst aankijken. We zijn een stapje verder!
Weer een half uur later is het koekje op. Nog steeds heeft hij verder niks aangeraakt, maar
heeft hij wel een beetje meer om zich heengekeken.
Ik sta op voor een tweede kop thee, en aai hem over zijn krullen als ik hem passeer. Ik zet het
bekertje water nog wat dichter bij hem, en moedig hem aan om wat te drinken.
Als ik de thee op tafel heb gezet en weer ben gaan zitten, zie ik dat hij het bekertje water pakt
en het in een keer leegdrinkt. Goed zo, manneke!
En dan is de les voorbij. We pakken de spullen bij elkaar en staan op. Ook Tobi klimt van de
stoel. Als Seron hem bij zijn handje pakt om naar buiten te gaan kijkt hij me aan. Dan
verschijnt er een lach om zijn mond. De brug van vertrouwen en vriendschap tussen hem en
mij is gebouwd. Wat een kostbaar bezit!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten