dinsdag 22 september 2015

Nieuwsbrief voor de kinderen

Dag lieve kinderen in Nederland!

Dat is lang geleden, dat jullie iets hebben gehoord uit Papua Nieuw Guinea! 
En jullie hebben vakantie gehad natuurlijk. Zijn jullie nog ergens heen geweest op vakantie, of lekker thuis gebleven? 

En hebben jullie weer zin om naar school te gaan om nieuwe dingen te leren? 

Tijdens jullie vakantie hebben de mensen in Papua Nieuw Guinea heel veel nieuwe dingen geleerd. Vooral over de Bijbel. En ik heb heel veel geleerd van hoe de mensen in Papua Nieuw Guinea denken en wat ze geloven. 

Daar ga ik wat over vertellen in deze brief. En ik ga jullie een paar hele moeilijke vragen stellen. Of misschien vind je je ze wel heel erg makkelijk en weet je dat wel. 

Ik ga je deze vraag stellen: Als je sterft, waar ga je dan heen? 
Vraag dat maar eens aan juf. Ik denk dat juf dan zegt: Als je gelooft, dan ga je naar de Here Jezus. Dat staat er in de Bijbel. Bijvoorbeeld als de moordenaar aan het kruis tegen Jezus zegt: “Denk aan mij als U in Uw Koninkrijk komt.” En dan zegt Jezus: “Heden zal je met Mij in het paradijs zijn.” 

Misschien heb je een ongelovig vriendje of vriendinnetje. Als je deze vraag aan hen stelt, dan zeggen ze misschien: dan word ik een sterretje in de lucht. Heb je dat wel eens gehoord? 

Weet je wat heel veel mensen in Papua Nieuw Guinea denken? Dat  als je sterft, dat je dan als een onzichtbaar persoon terugkomt en je nog steeds bij je familie woont. Je bent dan nog steeds op deze aarde, alleen dan onzichtbaar. 

En dan worden je papa en mama en je broers en zussen heel bang voor je. Want dan zijn ze bang dat je boos op hen bent, en dat je ze dan ziek gaat maken. Soms denken ze, als ze een vogel horen fluiten, dat je in de vogel bent gaan zitten.  En als de vogel dan zingt, dan denken de mensen dat jij tegen hen praat. 
En dan moeten ze heel goed hun best doen dat jij, als de onzichtbare persoon in de vogel, niet boos op hen wordt, want dan maak je hen misschien wel ziek. Ze gaan dan alles versieren en allemaal lekkere dingen op een speciaal plekje leggen voor je, zodat je daar blij van wordt, en je hen niet ziek gaat maken, maar juist gaat helpen.  

En soms zijn ze zo bang dat jij ze ziek zal maken, dat ze zich gaan wassen met gember. Want dan denken ze dat je ze niet meer ruiken kunt, en dat je ze vergeet. En dan hoeven ze even niet bang te zijn dat je ze ziek gaat maken. 

Soms knippen ze je haar af, als je doodgaat. Of je nagels. 
En als ze dan in hun groentetuin gaan werken, dan vragen ze aan jou als onzichtbaar persoon of je goed op hun tuin wil passen, en ervoor wilt zorgen dat de aardappelen en de groenten goed gaan groeien. En soms stoppen ze dan een stukje van je haar onder de aardappels, zodat de kracht van jou, die nog in je haar zit, ervoor kan zorgen dat de aardappelen goed groeien en de aardappelen niet door wormen worden opgegeten. 

Of als je papa of mama of broer of zus ziek is, dan gaan ze op trommels slaan, en dan vragen ze aan jou, of jij wilt komen als onzichtbare persoon, en dan moet je hen vertellen welke andere onzichtbare persoon je papa of mama of broer of zus heeft ziek gemaakt. 




(Zie foto 1 en 2: alles mooi versierd en lekker eten op een speciaal plekje, zodat de onzichtbare persoon hen gaat helpen om de zieke beter te maken, of om hen te helpen dat de aardappelen goed gaan groeien.)

Dat geloven de mensen in Papua Nieuw Guinea over de mensen die doodgegaan zijn. 

Toen de mensen dit allemaal aan mij gingen vertellen, voelde ik me wel een beetje verdrietig. Want ze zijn eigenlijk ALTIJD bang voor alle onzichtbare personen, waarvan ze denken dat die nog steeds in hun huis zijn, maar die eigenlijk gewoon gestorven zijn en bij de Here Jezus zijn. 

We gingen toen de Bijbel lezen. Want wat in de Bijbel staat is AlTIJD waar he! 
 De Bijbel zegt in Prediker 9:5-6: de doden weten niets. “Ze nemen nooit meer deel aan alles wat gebeurt onder de zon.”  
Dat is misschien een beetje moeilijk, maar het vertelt ons dat als je sterft, je niet meer hier op deze aarde bent als een onzichtbaar persoon. 

Toen de mensen dat gingen lezen, waren ze HEEL ERG verbaasd. Ze konden het bijna niet geloven. Ze waren helemaal in de war: was het dan  niet waar dat de mensen die doodgegaan zijn als onzichtbare personen nog steeds bij jou in huis wonen? En is het dan echt waar wat de Bijbel zegt? 
Zie foto 3, 4, en 5. Ik ga de Bijbel uitleggen, en dan gaan ze zelf de Bijbel lezen om te zien of dat echt in de Bijbel staat. 



We gingen daar wel 5 dagen over praten. En toen ging de Heilige Geest zelf hen vertellen dat de Bijbel echt waar is, en dat deze dode mensen niet meer bij hen wonen. En toen zeiden de mensen: Wij willen geloven wat er in de Bijbel staat. 
Kijk maar op foto 6 en 7. 



De mensen in Papua Nieuw Guinea wisten dit niet over de onzichtbare mensen. Niet omdat ze dom zijn, maar omdat ze niet wisten wat er precies in de Bijbel staat. Ook de kinderen hebben nog nooit de Bijbel gelezen. Zelfs niet als je al 15 of 18 jaar bent. Daarom ging ik hen ook helpen om bijvoorbeeld psalm 23 op te zoeken in de Bijbel. Kijk maar op foto 8. 


En nu ging ik uitleggen dat we dus niet bang hoeven te zijn. Omdat deze onzichtbare personen niet bestaan. En ook omdat we altijd in de hand van de Here Jezus zijn, en in de hand van God. En dat God altijd op ons zal passen, en ons zal beschermen. Dat ze niet hoeven te denken dat die onzichtbare personen hen kunnen ziek maken. 
En dan lezen we in de Bijbel, in Johannes 10:27-29.
“Mijn schapen luisteren naar Mijn stem. Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit Mijn hand roven. Wat Mijn Vader Mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van Mijn Vader roven. “

Dat is veilig! 

En weet je wat ik dan altijd doe? Dan doe ik iets wat mijn mama mij heeft geleerd. Dan zeg ik tegen de mensen: Steek je hand eens op? Oke, nu doe je je duim naar binnen. Die duim dat ben jij zelf. En nu vouw je je andere 4 vingers stevig over je duim. Dat is de hand van de Here Jezus, die jou vasthoudt. En nu doe je je andere hand over je ene vuist. Dat is als de hand van de Here God, die je nog steviger vasthoudt. Dat voelt veilig! Kijk eens naar de duim? Die zit veilig binnen in. Dat ben jij, in de hand van de Here Jezus en van de Here God. 

Als de mensen dat doen, zijn ze altijd heel erg blij. 
Doe jij dat ook maar eens, en zeg maar tegen de Here Jezus: Zo veilig ben ik in Uw hand. Ik hoef NOOIT bang te zijn!



Foto 9, 10 en 11 zijn foto’s van de plek waar ik de mensen ging leren over de Bijbel. En zie je de blanke man op de laatste foto, waar we een dikke vis vasthouden? Daar ga ik mee trouwen! Dat is mooi! Maar daar ga ik de volgende keer meer van vertellen! 

Nou, dat was een lang verhaal. Vond je het een beetje moeilijk, of kon je het wel begrijpen? 
Blijf maar bidden voor alle mensen in Papua Nieuw Guinea, dat de Here Jezus hen zal vertellen dat ze niet bang hoeven te zijn voor onzichtbare mensen, omdat die niet bestaan en dat ze altijd weten dat de Here Jezus heel goed op hen past en in Zijn hand houdt. 


Heel veel liefs,

Marjan  Sikkema

Geen opmerkingen:

Een reactie posten